top of page

Eendracht maakt macht: hoe België zijn grootte ombuigt tot een troef

  • Foto van schrijver: GRGT
    GRGT
  • 24 mrt
  • 3 minuten om te lezen

Voor sommigen vanzelfsprekend, voor anderen een eyeopener: de nieuwe bondscoach van de Red Panthers, Rein van Eijk, biedt een frisse kijk op ons "kleine" België. Want net die beperkte omvang van ons land blijkt een grote troef te zijn op het niveau van de nationale teams. Nu de technische en fysieke kwaliteiten van de beste ploegen ter wereld steeds dichter bij elkaar komen, is het vooral de teamcohesie die het verschil maakt. En precies daarin blinkt België uit.


Rein van Eijk, een 36-jarige Nederlander, nam op 1 februari 2025 het roer over bij de Red Panthers. Zijn indrukwekkende parcours bracht hem van Nederlandse clubs naar de Duitse nationale ploegen, met onder meer een wereldtitel bij de U21 in 2023 en een gouden medaille in zaalhockey in 2024. Zijn reputatie als teambouwer en zijn innovatieve aanpak overtuigden de Belgische hockeybond om hem binnen te halen.


Tijdens ons gesprek benadrukte van Eijk een aspect dat vaak over het hoofd wordt gezien door het grote publiek: de beperkte omvang van België is een serieuze troef voor onze nationale teams. Terwijl de verschillen in technische en fysieke capaciteiten onder de vijf beste hockeylanden steeds kleiner worden, worden andere factoren zoals groepscohesie almaar belangrijker.


Teamcohesie: een hefboom voor prestaties

Professor Albert V. Carron van de Western Ontario University in Canada voerde een meta-analyse uit van 46 studies over teamcohesie en sportprestaties. Deze analyse, gebaseerd op gegevens van 9.898 atleten uit 1.044 teams in verschillende sporten en competitieniveaus, toont aan dat teamcohesie een significante invloed heeft op de prestaties. Concreet blijken een gedeeld doel en sterke onderlinge relaties binnen een team bijzonder bevorderlijk voor de collectieve prestaties. Bovendien kan sterke cohesie bepaalde technische of strategische tekortkomingen compenseren.



België: vruchtbare bodem voor cohesie

België biedt door zijn beperkte oppervlakte ideale omstandigheden om teamcohesie te versterken. De meeste speelsters en spelers van onze nationale teams wonen en spelen in eigen land. De verplaatsingen naar de nationale trainingscentra duren meestal tussen de 30 minuten en een uur. Die geografische nabijheid maakt het mogelijk om regelmatig gezamenlijke trainingen te organiseren, gericht op het ontwikkelen van het samenspel en het versterken van de onderlinge band tussen teamleden.


In grotere landen zoals Duitsland daarentegen zijn de beste spelers verspreid over het hele grondgebied. Regelmatig samen trainen is daar logistiek veel moeilijker. Landen als Australië, Zuid-Afrika of de Verenigde Staten kampen met gelijkaardige uitdagingen, waardoor het organiseren van frequente groepstrainingen een pak ingewikkelder wordt.

Neem bijvoorbeeld onze nationale voetbalploeg, de Rode Duivels. Die spelers zitten verspreid over heel Europa, en soms zelfs daarbuiten. Om te trainen in België moeten ze aanzienlijke afstanden afleggen, vaak met het vliegtuig, wat de tijd voor collectief werk sterk beperkt. Onze hockeyspelers daarentegen profiteren van hun nabijheid en kunnen daardoor veel vaker samen trainen, wat de cohesie ten goede komt.


De nationale competitie: een kweekvijver vol talent

Nog een doorslaggevende factor is het hoge niveau van onze nationale hockeycompetitie. Door het behoud van toptalenten in eigen land – in plaats van hun vertrek naar buitenlandse competities – blijft de samenhang binnen de nationale ploeg intact. België en Nederland, twee relatief kleine landen, bekampen elkaar regelmatig aan de wereldtop van het hockey. Die succesformule steunt op een sterke nationale competitie én een geografische nabijheid die de cohesie versterkt.


En zo, wanneer onze Red Lions en Red Panthers fier de Brabançonne zingen, belichamen ze de Belgische leuze "Eendracht maakt macht". Die eendracht, gevoed door onze geografische situatie, is wellicht onze sterkste troef op het internationale toneel.


België is erin geslaagd om zijn kleine oppervlakte om te zetten in een concurrentieel voordeel in de hockeywereld. Dat werpt de vraag op welke strategieën grote landen zouden kunnen hanteren om de cohesie binnen hun nationale teams te versterken. Moeten ze hun territoriale organisatie herdenken of meer investeren in gecentraliseerde infrastructuur? Welke innovaties kunnen ze inzetten om de uitdagingen van hun uitgestrekte grondgebied te counteren? Het zijn stuk voor stuk vragen die het overwegen waard zijn, nu teamcohesie almaar meer wordt gezien als een cruciale motor van sportieve prestaties.

Commenti


bottom of page