Aanvaller, middenvelder, defensie… Geen vaste posities meer, maar wie speelt waar dan?
- Loïc
- 17 mrt
- 4 minuten om te lezen
Belgische hockey ondergaat een ware evolutie. Waar vroeger de posities duidelijk afgebakend waren, draait vandaag alles om veelzijdigheid en aanpassingsvermogen. Spelers zoals Gauthier Boccard, Tommy Willems en Maxime Van Oost belichamen deze evolutie: ze switchen moeiteloos van rol naargelang de tactische noden. En met de opkomst van de luchtpasses en lange ballen versnelt deze trend alleen maar. Betekent dit dat vaste posities definitief verleden tijd zijn? We ontleden het fenomeen met Hugo Benhaiem, die deze nieuwe spelregels onder de loep neemt.

Het outdoorseizoen gaat opnieuw van start na vier maanden waarin indoorhockey de plak zwaaide. En het lijkt erop dat de veelzijdigheid die in de zaal noodzakelijk is, nu ook zijn weg vindt naar het veld. Binnen, waar aanvallers altijd geacht werden mee te verdedigen en efficiëntie voor doel een must was, was flexibiliteit een basisvereiste. Vandaag zien we diezelfde verwachtingen terug op het veld. De tijd waarin spelers strikt binnen hun eigen positie bleven opereren, ligt achter ons. Flanken schuiven op als aanvallende middenvelders, middenvelders zakken diep terug om de opbouw te verzorgen en spitsen perfectioneren hun post-up om het spel te versnellen.
Post-up: een actie waarbij een speler – meestal een aanvaller – de bal met de rug naar het doel ontvangt. Van daaruit kan hij zich omdraaien om zelf aan te vallen of de bal terugleggen naar een ploegmaat om een nieuwe aanval op te zetten. Dit is een cruciale techniek om balbezit te behouden onder druk en de verdediging uit evenwicht te brengen.
Het hockeyspel is dus veranderd. Aanvallers beperken zich niet langer tot scoren, middenvelders niet enkel tot het verdelen van het spel en verdedigers niet alleen tot het beschermen van de cirkel. Maar betekent deze nieuwe realiteit dat élke speler alles moet kunnen?
Spelers in transformatie: de pioniers van de revolutie
De alleskunners in het hockey zijn niet nieuw. Ze bestonden altijd al, maar waren eerder uitzondering dan regel. Dé naam die meteen opduikt? Gauthier Boccard. Als jonge spits scoorde hij ooit een van de meest legendarische doelpunten in de Belgische competitie. Maar naarmate de seizoenen vorderden, trok hij steeds verder naar achteren: eerst als spelverdeler op het middenveld, later als verdedigende rots in de branding bij de Red Lions. Wat vroeger als een vreemde eend in de bijt werd beschouwd – een speler die op élke positie inzetbaar was – is nu het toonbeeld van een getransformeerd hockeylandschap.
En Boccard is niet de enige. Neem nu Tommy Willems. Bekend om zijn technische finesse als middenvelder, werd hij door de staf van de Watducks naar het centrum van de verdediging geschoven, naast Maxime Van Oost. Daar bepaalt hij nu het tempo van achteruit en fungeert hij als lanceerplatform voor elke aanval, met loepzuivere lange ballen en een indrukwekkend vermogen om onder druk uit te spelen.
Tactiek op maat van de speler
Vroeger zagen we bijna overal dezelfde formaties: vier verdedigers met een libero, drie middenvelders en drie aanvallers die elkaar bekampen. Vandaag is dat compleet anders. Teams hanteren uiteenlopende strategieën, gevoed door videoanalyse en doorgedreven statistische inzichten. Elke beweging en positie wordt tot in de puntjes geoptimaliseerd.
Clubs rekruteren spelers niet langer strikt op basis van een specifieke positie, maar op basis van hun vermogen om zich aan te passen aan verschillende fases in het spel.
We spraken hierover met Hugo Benhaiem, een bekende naam in het Belgische hockey. Hij was jarenlang kapitein van de herenploeg van White Star en bouwde daarna een carrière uit als coach, eerst bij de dames en later bij de heren. Onlangs was hij ook T2 van de Red Lions tijdens het WK indoor. Hij plaatst een kanttekening bij het idee van volledige polyvalentie en wijst op het belang van de pure spits.
"Neem een speler als Tom Boon, die van bijna elke bal in de cirkel een doelgevaar maakt. Je zet hem in de best mogelijke omstandigheden om te scoren, in plaats van hem constant te laten wisselen van positie, zoals bij verdedigers en middenvelders het geval is. Die moeten voortdurend switches maken en overloads creëren."
Overload: een tactiek waarbij een team numeriek overwicht creëert in een specifieke zone van het veld. Door meerdere spelers naar één gebied te trekken, proberen ze de verdediging uit balans te brengen en elders ruimte te scheppen. Dit is een sleutelelement om het spel vooruit te helpen en kansen te creëren.
Rechtsachter wordt plots rechtsmidden en omgekeerd. Benhaim wijst ook op een andere cruciale evolutie: "Het luchtspel is de voorbije jaren veel belangrijker geworden."
Volgens hem:"Alle centrale verdedigers kunnen tegenwoordig een flick van 80 meter versturen."
De toename van lange ballen en flicks dwingt spelers om niet alleen op de grond, maar ook in de lucht mee te zijn. "Er zijn veel meer flicks en lange ballen, en spelers moeten zich comfortabel voelen om die te controleren, of het nu gaat om korte of lange passes. Flicks vliegen alle kanten op, en dat creëert automatisch nieuwe rollen."
Einde van de vaste posities?
Zijn we dan getuige van de definitieve verdwijning van vaste posities? Hoewel polyvalentie de norm lijkt te worden, betekent dat niet dat sleutelrollen verdwijnen. Eén ding is zeker: hockey wordt niet langer uitsluitend op de grond gespeeld… Het speelt zich nu ook af in de lucht.
Kommentarer