De onweerstaanbare opmars van indoorhockey…

Lang werd indoorhockey gezien als een winterse noodoplossing, maar dat beeld is intussen volledig veranderd. Met meer dan 15.000 actieve spelers, nationale teams die voortdurend vooruitgang boeken en clubs die volop investeren, is indoorhockey uitgegroeid tot een volwaardige discipline. Maar welke concrete voordelen biedt deze tak van de sport eigenlijk? 

Er was een tijd dat indoorhockey slechts een winterse hobby was, gereserveerd voor een handvol fanatiekelingen. Sporthallen waren schaars, verplaatsingen vaak een gedoe en de competitie nauwelijks georganiseerd. De discipline leefde in de schaduw, bijna onzichtbaar. Maar rond de eeuwwisseling begon dat te veranderen. Dankzij de Belgische hockeyfederatie en visionaire clubs kreeg indoorhockey beetje bij beetje een professionelere aanpak. 

Vanaf 2010 gingen enkele clubs serieus investeren in de sport: gespecialiseerde trainers, gerichte trainingsprogramma’s en opleidingen voor de jeugd werden opgestart. Een belangrijke mijlpaal volgde in 2016, toen het Belgische mannenzaalhockeyteam het Eurohockey Indoor DII-toernooi won en promoveerde naar de Europese eerste divisie in Espinho, Portugal. Sindsdien zit indoorhockey in een stroomversnelling. Vandaag telt de competitie maar liefst 250 afdelingen met duizenden spelers verspreid over het hele land. 

De vroegere “plan B”-activiteit in de winter is uitgegroeid tot een essentieel onderdeel van het seizoen voor veel clubs. Waar het seizoen vroeger beperkt bleef tot een paar weken, strekt het zich nu uit over meer dan drie maanden, van eind november tot begin maart. En de resultaten volgen: onze nationale ploegen meten zich intussen moeiteloos met de top in deze discipline. 

Een springplank voor spelers en een troef voor clubs

Indoorhockey biedt duidelijke voordelen, zowel voor spelers als voor clubs. Voor jonge spelers vult indoor een belangrijke leemte: de gedwongen winterpauze van het outdoorseizoen vanwege de koude temperaturen. Zodra de thermometer onder de 3 graden zakt – een veelvoorkomend fenomeen van december tot februari – worden de buitenterreinen onbespeelbaar. Zonder indoorhockey zouden jongeren tot twee maanden lang stilvallen, wat een grote impact heeft op hun ontwikkeling. 

En er is meer: indoorhockey, met zijn kleinere veld en specifieke spelregels, dwingt spelers om essentiële vaardigheden te ontwikkelen. Snelle beslissingen nemen, balcontrole, dribbels en het “korte spel” worden allemaal aangescherpt. Deze vaardigheden resulteren later in een duidelijke vooruitgang op de grotere buitenterreinen. De automatismen en snelheid die binnen worden aangeleerd, kunnen buiten het verschil maken. 

Ook voor clubs is indoorhockey een belangrijke motor. Vroeger betekende de winter voor veel clubs een soort winterslaap: de deuren bleven twee maanden dicht, soms zelfs vier als je de zomer meerekent. Dankzij oplossingen zoals tijdelijke tenten of permanente sportdomeinen (denk aan Blackbirds HC) draait de activiteit nu ook in de winter op volle toeren. Dit houdt niet alleen de spelers fit, maar biedt ook financiële en sociale kansen: kerstmarkten, interne toernooien en clubfeestjes houden de sfeer erin. Clubs overleven niet langer; ze floreren. 

Een sport in de schijnwerpers

Hoewel indoorhockey lang de underdog van de Belgische sportwereld was, staat het vandaag volop in de schijnwerpers. Wedstrijden in de eredivisie, zowel bij de mannen als de vrouwen, worden nu live uitgezonden, onder andere op BX1. Sponsoren zoals Carlsberg 0.0 sluiten zich aan bij het kampioenschap, net zoals bij het outdoorhockey. De finales van het indoorseizoen, die op 26 januari werden georganiseerd, trokken volle zalen, ondanks het feit dat de tickets betalend waren – een teken van de groeiende interesse van het publiek. 

De komende evenementen, zoals het wereldkampioenschap in Kroatië van 3 tot 9 februari, de EHL in Wettingen, Zwitserland, voor de mannen (21 tot 23 februari, met deelname van Léopold HC), en in Litouwen voor de dames (14 tot 16 februari, met Watducks), beloven absolute hoogtepunten te worden. Dit zijn ideale kansen voor onze kampioensclubs, de Red Lions en de Red Panthers om te schitteren op het internationale toneel en een nieuwe generatie spelers te inspireren. 

Indoorhockey biedt bovendien nieuwe perspectieven: sommige jonge spelers – en ook minder jonge – ontdekken in deze discipline een weg naar uitmuntendheid. Deze specialisten in het zaalspel dragen bij aan de diversiteit en rijkdom van de hockeysport. 

En nu?

Het Belgische indoorhockey blijft verbazen met zijn groei en successen. Wat ooit een eenvoudige winterse aanvulling was, is nu een echte hefboom geworden voor de ontwikkeling van spelers, clubs en de sport als geheel. Indoorhockey is geen optie meer; het is een evidentie. 

Maar er blijft nog veel potentieel. Welke investeringen zullen clubs doen om deze discipline verder te ontwikkelen? Eén ding is zeker: indoorhockey heeft nog heel wat hoofdstukken te schrijven.