Het is alom bekend: de zenuw van de oorlog is geld. Een voortdurende maar noodzakelijke strijd om vooruitgang te blijven boeken en aan de top te blijven. Maar! Vooruitgang vindt soms een ander pad.

Men denkt vaak dat zonder financiële middelen er geen vooruitgang mogelijk is. Iedereen weet dat de meeste topclubs moeite hebben om financieel het hoofd boven water te houden. Het is een vicieuze cirkel: om resultaten te behalen zijn middelen nodig, en om middelen te hebben, zijn resultaten vereist.
Wat kost een club het meest? Het eerste team. En dan vooral het team dat in Eredivisie speelt. Wanneer een club zowel een mannen- als een vrouwenteam in de Eredivisie heeft, is het al helemaal kopzorgen troef om twee teams te financieren.
De inkomsten uit lidgelden volstaan bijlange niet voor zulke uitgaven. Sponsoring is onmisbaar. Er moeten verschillende inkomstenbronnen worden aangesproken.Recent hebben we het nog gezien: de televisiezenders hebben zich teruggetrokken. De THL (Top Hockey League) heeft daarom een systeem van slimme camera's geïnstalleerd om de wedstrijden zelf uit te zenden. Dankzij hun nieuwe sponsor, Carlsberg, is een groot deel van dit systeem gefinancierd, al blijft er een saldo dat de clubs zelf moeten ophoesten.

Het is natuurlijk niet helemaal hetzelfde als televisie-uitzendingen, maar de wedstrijden blijven toch zichtbaar op het scherm. Zo kunnen supporters die niet ter plaatse raken, de wedstrijden vanuit hun zetel volgen.
Dit initiatief is lovenswaardig en positief. Clubs leggen zich er niet bij neer en zoeken naar innovatieve manieren om hun publiek te bereiken. Toch blijft het verbazingwekkend dat we vandaag in deze situatie zitten. Met de indrukwekkende prestaties van onze teams en het hoge spelniveau in ons land, zou het hockey veel meer media-aandacht moeten krijgen.
Wat loopt er dan mis?
Te weinig potentiële kijkers? Ja en nee. Er zijn toch om en bij de 60.000 leden, plus hun familie en vrienden. Dat is niet niets. Maar blijkbaar nog steeds niet genoeg om de klassieke tv-zenders te overtuigen.
Te weinig spektakel? Zonder partijdig te willen zijn, kun je moeilijk beweren dat hockey niet spectaculair is. De combinatie van techniek en snelheid wordt vaak geprezen, zeker in vergelijking met andere sporten. En dan hebben we het nog niet over de doorlopende wissels die ervoor zorgen dat de spelers fysiek niet uitgeput raken en het speltempo constant hoog blijft gedurende de hele match.
Geen prestige? Met de resultaten van de afgelopen 15 jaar lijkt dat onwaarschijnlijk. Het Belgische hockey heeft alles gewonnen wat er internationaal te winnen valt. Slechts weinig federaties kunnen zulke prestaties voorleggen.
Te complexe spelregels? Uiteraard, buiten de buitenspelregel in voetbal zijn de meeste regels eenvoudig te begrijpen. Maar dat houdt rugby, met zijn talloze subtiliteiten, niet tegen om populair te zijn op tv. Hetzelfde geldt voor cricket, een bijzonder ingewikkelde sport, die in het Gemenebest toch vaak wordt uitgezonden.
Je kunt je dus heel wat vragen stellen zonder een sluitende verklaring te vinden waarom hockey geen breder publiek aantrekt.
Daarom moeten we ons voorlopig richten op de initiatieven die hier en daar opduiken. Op de clubs die innoveren en de sponsors die hockey blijven steunen. De motivatie is er, en het succes op internationaal niveau ook. Nu ontbreekt enkel nog de vonk om de middelen eindelijk op het niveau van de resultaten te brengen.
Comments