top of page
Foto van schrijvergauthier

Dit is niet dezelfde sport.

Van het gras naar het parket, een bliksemsnelle overgang. Het zaalseizoen begon op 30 november, slechts een week na het einde van het outdoorseizoen. De spelers hadden dus royaal zeven dagen om van het ene spelsysteem naar het andere over te schakelen. Makkelijk, het blijft hockey... Toch niet! 

De laatste outdoorwedstrijden werden gespeeld terwijl sommige velden al werden opgetuigd met de tenten voor de zaal. Zo snel stond de zaal al te trappelen om zijn vrolijke entree te maken. De jongeren (en de iets minder jongeren) hadden amper hun handschoen afgelegd of ze konden die van de zaal alweer bovenhalen. Als ze al wisten waar ze hun zaalstick hadden gelaten én hun sportschoenen met non-marking zolen konden terugvinden.

 

Op naar de eerste training, met de welbekende opmerking: "Nee, in de zaal mag dat niet..." Want in vergelijking met de competitie en het spel buiten, gelden er op het parket heel wat beperkingen. Om te beginnen: de bal mag niet omhoog. Weg dus met de geniale 3D-trucs en sierlijke baltoeren. In de zaal moet de bal strak tegen de grond blijven. Het is verre van makkelijk om harde ballen in de revers te stoppen zonder dat die een paar centimeter de lucht in gaat. Op dit niveau is een controle met één hand in de revers een gegarandeerde fluitsituatie. Toch is het goed om even de regels erbij te halen: "Een bal onopzettelijk minder dan 10 cm van de grond laten gaan, is geen overtreding als de tegenstander niet binnen speelafstand is." (Een belangrijk detail voor scheidsrechters die echt ELKE hoge bal fluiten, ALTIJD.)


We beginnen dus opnieuw bij de basis... passes stoppen! 


Shot-stopping? Nee hoor, passes stoppen.

Want in de zaal zijn er geen shots. Niet alleen omdat je stick het zou begeven, maar ook omdat het verboden is. Artikel 9.5 van het reglement zegt duidelijk: "Spelers mogen de bal niet slaan." En zoals bij elke Britse sport wordt de interpretatie van "slaan" volledig overgelaten aan de scheidsrechter. Uiteraard leidt dat tot discussies, want anders zou het niet leuk zijn. 


Geen contact.

Dat is ook duidelijk in het reglement: "Spelers mogen geen andere spelers, hun sticks of hun uitrusting aanraken, manipuleren of hinderen." Geen contact dus, waardoor zaalhockey een echte ontwijksport wordt die zelfs een rugbyspeler jaloers maakt. Maar je ontwijkt op je twee voeten, want ook op de grond liggen of een knie, arm of hand gebruiken, is verboden. Sliding tackles of overdreven fysieke ingrepen zijn er dus niet bij. En wat is dan een "overdreven fysieke ingreep"? Een sprint met zware stappen? Ook hier komt het neer op de interpretatie van de scheidsrechter. 


En dan de bommes.

De zaal zou de zaal niet zijn zonder de mythische kreet van ALLE coaches: "De Bomme!" In de zaal gebruik je namelijk de bommes in plaats van de zijlijnen, waardoor de bal nooit uitgaat. Het spelen via de rebound is een tactisch wapen dat telkens opnieuw aangeleerd en toegepast moet worden. 


En de scheidsrechters?

Wees eens lief voor hen. Ze moeten in een week tijd weer overschakelen naar de zaalregels, inclusief het beruchte "forcing". Vanaf de bank of de zijlijn lijkt het makkelijk te beoordelen: "Maar nee, zijn stick ligt niet op de grond of tussen zijn benen!" Maar op het veld zelf, in een hal die echoot als een station, met vaak een ander match op enkele meters afstand, de aanmoedigingen (als je geluk hebt), het geroep van de coaches en de "klakken" van de sticks... probeer dan maar eens een objectieve beslissing te nemen. Zeker over regels die maar tien weken per jaar gelden. Toch zijn die regels essentieel om chaos te vermijden en ervoor te zorgen dat zaalhockey een gezellig wintersportplezier blijft. 

 

Als je dit allemaal leest, is één ding duidelijk: zaalhockey is echt een andere sport, met andere reflexen en een mentale reset. Het vraagt een heropvoeding in een flits tijdens de eerste training, een aanpassing voor tien weken, om daarna alles even snel weer af te leren bij de herstart van het outdoorseizoen. Want uiteraard komt die herstart met kreten als "En flick!" terwijl drie maanden lang het mantra was "De bal mag niet omhoog!" 


Maar zonder al deze details zou hockey geen hockey zijn. En zouden we er dan nog zo van houden? Lang leve de winterwind, de forehands en de backhands!

 

0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page