top of page

Een nieuwe start voor de Red Panthers

  • Foto van schrijver: Loïc
    Loïc
  • 24 mrt
  • 5 minuten om te lezen

Een week na de herstart van het outdoorseizoen verzamelden de Red Panthers opnieuw in het Centrum voor Topsport in Wilrijk. Trainingen van de nationale teams zijn hier vaste prik, maar deze sessie had een bijzondere betekenis. Rein Van Eijk leidde namelijk voor het eerst een training op Belgische bodem als hoofdcoach van de Red Panthers. Om dit moment te markeren, had de hockeybond de pers uitgenodigd voor een open training, gevolgd door een persconferentie waarin de nieuwe bondscoach zijn visie en ambities voorstelde aan de media.



Deze eerste kennismaking met de Belgische pers bood meteen de kans om de grote lijnen van zijn project te schetsen: aanvallender hockey, een dynamischere aanpak, zonder daarbij het stevige defensieve fundament van zijn voorganger uit het oog te verliezen. Die aanpak lijkt goed aan te sluiten bij de verwachtingen van de groep, als we mogen afgaan op de eerste indrukken van Ambre Ballenghien, met wie we na afloop spraken.


Wat zijn de ambities van Van Eijk met dit team? Welke richting wil hij inslaan met de Red Panthers? Dit zijn de opvallendste punten van die eerste dag.



Een project gestoeld op continuïteit én vernieuwing

Van bij zijn eerste tussenkomsten benadrukte Rein Van Eijk hoe belangrijk het is zijn aanpak af te stemmen op de Belgische cultuur, terwijl hij tegelijk ook een frisse wind wil laten waaien. Omdat hij goed beseft dat de Red Panthers in een tweetalige omgeving opereren, gaf hij aan dat hij Frans wil leren om beter met de speelsters te kunnen communiceren. Maar los van de talen is zijn boodschap duidelijk: hij wil de speelsters centraal zetten en hen actieve actrices van het spel maken.


“We kunnen succesvol zijn. Dit is een spannende periode, want we zitten op een punt waarop we een volgende stap kunnen zetten.”


Van Eijk wil voortbouwen op de sterke defensieve basis die zijn voorganger heeft gelegd, en tegelijk een offensiever spel ontwikkelen. Zijn doel is dat de Red Panthers beter leren omgaan met balbezit en meer aanvallende oplossingen creëren.



Een defensief sterke ploeg op zoek naar aanvallende flair

Van Eijk erkent dat het team al over een ijzersterke verdediging beschikt.

“Defensief behoren we tot de beste ploegen ter wereld. Onze speelstijl is bijzonder efficiënt om doelpunten van de tegenstander te voorkomen.”

Maar volgens hem mag de ambitie daar niet bij stoppen:

“We willen meerdere manieren ontwikkelen om te winnen. Niet alleen door goed te verdedigen, maar door het spel in handen te nemen – met de bal.”

Die wil om aanvallender te spelen werd al meteen zichtbaar tijdens de eerste trainingen. Daarin lag de nadruk op een verzorgder opbouwspel, met veel gebruik van de flanken. Ambre Ballenghien, spits en één van de sterkhouders van het team, is enthousiast over die nieuwe benadering. Gevraagd of een aanvallendere aanpak motiverender is, antwoordt ze:

“Ja, absoluut. Zeker in internationale wedstrijden. Soms raak je als aanvaller nauwelijks de bal als je in een meer verdedigende opstelling speelt. Er is niets leuker dan meer ballen voorin te krijgen, meer kansen te hebben om te scoren en je echt betrokken te voelen bij het spel.”

Toch gebeurt die evolutie niet zomaar. Van bij zijn aanstelling betrok Van Eijk de speelsters in het denkproces. Hij vroeg hen om terug te blikken op het verleden, de sterktes en zwaktes van de groep te benoemen, en samen de belangrijkste werkpunten te bepalen.

“Het is niet enkel de coach die zijn tactiek oplegt. Wij worden betrokken bij de gesprekken en bij de opbouw van het spel”, verduidelijkt Ballenghien.



Een hecht team bouwen én de interne concurrentie beheren

Een van de belangrijkste pijlers in Van Eijks project is het vormen van een hechte en solidaire groep. Hij benadrukt het belang van echte teamgeest, zowel op als naast het veld. Volgens hem is succes niet enkel gebaseerd op individuele kwaliteiten, maar op de kracht van het geheel.

“We spreken niet over het superkracht van de speelsters, maar over de superkracht van het team.”“Buiten het veld is iedereen gelijk.”

Van Eijk hamert op het belang van die balans, waarbij statussen ondergeschikt worden aan het groepsbelang. Hij creëert momenten van open communicatie waarin speelsters aangemoedigd worden om vrijuit te praten, wat de onderlinge band en het wederzijds begrip versterkt.


Maar teamgeest betekent niet dat er geen concurrentie is. België is klein, wat het mogelijk maakt om vaak samen te trainen — een groot voordeel bij de voorbereiding op toernooien.

Toch is de dynamiek bij de nationale ploeg anders dan bij een club. De groep is hecht, maar de concurrentie is constant. Elke speelster moet voortdurend haar plaats bewijzen.



Ambre wijst op dat verschil:

“Ik denk dat één van onze grootste voordelen is dat we elkaar enorm veel zien. Meer dan bij onze clubteams zelfs. Dat is ideaal om automatismen te kweken en samen iets op te bouwen. Maar het grote verschil met een club is dat hier de druk van de selectie speelt. In een club zijn je teamgenoten gewoon je teamgenoten. Hier speel je ook tegen hen voor een plek in het team.”

Maar volgens Rein hoort dat er nu eenmaal bij. Hij wil die druk niet wegmoffelen, maar ombuigen tot een motor voor vooruitgang binnen het hele team.

“Ik denk dat het begint met duidelijkheid en begrip. Draai er niet omheen. Wees open, eerlijk, duidelijk en transparant. Ja, er is concurrentie, maar vanaf het moment dat je in dit team stapt, aanvaard je ook dat je misschien niet naar een toernooi meegaat.”

Volgens hem is het cruciaal om eerlijk te zijn over de keuzes die gemaakt worden, maar tegelijk ook ruimte te bieden aan de speelsters om hun gevoelens te uiten.



Jonge speelsters integreren

Ervaring is een troef, maar volgens Van Eijk mag het geen doorslaggevend selectiecriterium zijn. Hij kiest resoluut voor een pragmatische aanpak waarin prestaties belangrijker zijn dan het aantal caps.

“Ervaring is maar een getal – het aantal wedstrijden dat je hebt gespeeld en de situaties die je hebt meegemaakt. Het bepaalt je prestatie niet. Als een jonge speelster beter is, dan speelt zij.”

Maar jonge talenten inpassen in een groep met gevestigde waarden vraagt een fijngevoelige aanpak. Van Eijk wijst op een boeiend paradox:

“Men zegt vaak dat jonge speelsters ongeduldig zijn, maar in werkelijkheid zijn het de oudere speelsters die het minst geduld hebben – omdat zij weten dat ze minder tijd over hebben.”

Het komt dus neer op het vinden van de juiste balans: duidelijke doelstellingen formuleren voor elke generatie, en via constante dialoog iedereen betrokken houden.



De blik gericht op de grote toernooien

De eerste resultaten van de Red Panthers onder Van Eijk waren alvast veelbelovend. In Argentinië, bij zijn debuut als coach, haalde het team 10 punten en verraste het elke tegenstander.

“We hebben geweldige resultaten geboekt de voorbije weken – onze eerste momenten samen als team. We pakten 10 punten en verrasten al onze tegenstanders. We hadden ook een beetje geluk, en we moeten realistisch blijven; we waren nog niet zo defensief solide als ik zou willen. De structuur was er al, maar we moesten elkaar nog leren kennen.”

Met een ervaren kern en een vernieuwende aanpak wil Van Eijk het team klaarstomen voor het podium.

“We willen het best mogelijke team worden. We kunnen nog groeien, en we willen een medaille op het volgende wereldtoernooi.”

En met die ambitie sloten de deuren van het Centrum voor Topsport zich na een intense dag voor Rein Van Eijk, de speelsters, de staf en de federatie. Een eerste hoofdstuk vol belofte voor de toekomst van de Red Panthers.

 

Comments


bottom of page