top of page
ERIC M

Financiering van hockeyclubs, een steeds complexere puzzel

Bijgewerkt op: 12 nov 2024

De tijd van de algemene vergaderingen komt eraan, wat een goed moment is om een overzicht te geven van de financiële ontwikkelingen waarmee onze clubs worden geconfronteerd. Het minste wat we kunnen zeggen, is dat de financiën van de clubs na de covid-crisis erg krap zijn geworden. Sommige clubs moesten halverwege het seizoen hun leden om hulp vragen, terwijl anderen hun sportbeleid en het verloningsbeleid van spelers hebben aangepast.



Dit alles is het gevolg van een aanzienlijke stijging van de operationele kosten. Hockey is een beetje het slachtoffer van zijn eigen succes, met een sterk verhoogd spelniveau en hogere eisen die een toenemende professionalisering van zowel de spelers als de begeleiding vereisen. Daarnaast is er steeds meer nood aan hoogwaardige infrastructuur, op alle leeftijden en in alle divisies. De mentaliteit is ook wat veranderd en het aantal betaalde krachten is explosief gestegen. Aan de inkomstenkant blijft hockey echter in de praktijk een amateursport, afhankelijk van contributies, subsidies, sponsoring en mecenaat.

Het economische model van de grote Eredivisieclubs is anders dan dat van andere clubs.


Het totale budget van één of twee teams uit de Eredivisie kan bijna gelijk zijn aan het volledige budget van een kleinere club uit Eerste of Tweede Nationale, maar het zijn ook de enige clubs met een zekere mediacoverage, wat sponsors en subsidies aantrekt en meestal hogere contributies rechtvaardigt. Maar zelfs bij sommige van deze clubs wordt de begroting rondgemaakt dankzij het historisch mecenaat van enkele families.


Voor alle andere clubs wordt de situatie steeds moeilijker. Geen grote sponsors, buiten wat lokale weldoeners, stijgende contributies die echter niet volstaan om de toenemende kosten te dekken, zware investeringen in infrastructuur, grotendeels gesubsidieerd maar toch vaak afhankelijk van langlopende bankkredieten.


Een overzichtstabel zegt vaak meer dan lange uitleg, dus hieronder een typisch beeld van de budgetontwikkeling van een doorsnee club die niet in de Eredivisie speelt.

2012 2018 2023

Inkomsten 350 470 730

Bijdragen 190 275 360

Subsidies 15 20 35

Sponsoring 45 45 45

Clubhuis / evenementen 100 120 260

Stages 10 30

Uitgaven 305 465 750

Sportief 115 220 330

Administratief 30 35 60

Scheidsrechters 70 85 85

Diversen 90 125 275

Operationeel resultaat 45 5 -20


Daarbovenop komt gemiddeld nog eens 1,5 miljoen euro aan investeringen in infrastructuur (extra velden, nieuwe matten voor bestaande velden, clubhuizen, enz.) over de laatste tien jaar. Hiervan wordt 80% gedekt door subsidies, waardoor 300.000 euro aan bankkredieten door de club zelf moet worden gedragen.


Wat we dus zien, is een explosie van de kosten voor begeleiding, die tegenwoordig vaak bestaat uit voltijdse, betaalde professionals. De contributies dekken bij lange na niet de kosten, wat clubs dwingt om extra inkomsten te zoeken via stages en evenementen om de resultaten van hun clubhuizen op te krikken. Dit betekent ook dat een nieuw lid dat contributie betaalt, het de club in feite geld kost. Volwassen teams zoals de gents, dames en masters zijn wel rendabel, aangezien ze weinig begeleiding nodig hebben en de hoogste contributies betalen. Zij financieren de jongeren, wiens opleiding veel geld kost. Een mooi model van solidariteit.


Maar dit betekent vooral dat clubs overleven dankzij voornamelijk subsidies, daarnaast sponsoring en in sommige gevallen mecenaat.


Veel clubs proberen hun kosten te drukken door de vergoedingen voor de eerste teams te verlagen, geen buitenlandse spelers meer aan te trekken, en jongeren van de club meer in te zetten. Oplossingen om de inkomsten te verhogen worden ook onderzocht, zoals betaalde wedstrijden en uitzendrechten, maar dit is niet voor iedereen weggelegd.


De moraal van het verhaal? Steun je club zoveel mogelijk, hij heeft je hard nodig!

0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page