Dankzij de indrukwekkende prestaties van de Red Lions en Red Panthers beleeft het Belgische hockey een ongeziene bloeiperiode. Toch staat de sport voor een stevige uitdaging: een tekort aan infrastructuur. Clubs moeten jongleren met de groeiende vraag naar hockey en de beperkte ruimte in een volgebouwd land. Grootschalige investeringen, ecologische bezorgdheden en gedeelde oplossingen worden steeds belangrijker.
In België kent hockey op gras een gouden tijdperk, aangewakkerd door de successen van de nationale teams. Het aantal aangesloten leden is verdubbeld, van 30.000 in 2005 naar bijna 60.000 vandaag. Deze snelle groei katapulteerde hockey in de top 10 van populairste sporten in het land, na voetbal, wielrennen, zwemmen en tennis. Maar dit legt ook de beperkingen van de infrastructuur bloot.
De uitdagingen voor Belgische hockeyclubs zijn zowel stedelijk, financieel als ecologisch van aard. België is één van de dichtstbevolkte landen in Europa, met een sterke concentratie van steden in Vlaanderen en Brussel, waar grond schaars en duur is. Het zijn nu net die stedelijke gebieden waar de meeste hockeyclubs zich bevinden. Hockeyvelden worden er maximaal benut, wat problematisch is voor een sport die specifieke infrastructuur vereist voor de opleiding van jongeren, trainingen en wedstrijden. Een gemiddeld kunstgrasveld beslaat zo’n 5.000 m², en daar komen kleedkamers, parkeerplaatsen en groene zones bij om spelers en toeschouwers in goede omstandigheden te ontvangen.
Economische uitdagingen en ecologische beperkingen
Moderne hockeyvelden vragen om kunstgras, populair vanwege de duurzaamheid en weersbestendigheid, maar ook een flinke investering. Een standaardveld kost tussen de 600.000 en 800.000 euro, een som die veel clubs zich nauwelijks kunnen veroorloven, zeker wanneer ze extra velden willen aanleggen om de toestroom van nieuwe spelers op te vangen. Veel Belgische clubs, waarvan vele momenteel over slechts één veld beschikken, verkeren in een moeilijke situatie. Volgens een studie van het Brussels Observatorium voor Sport uit 2023 werken de meeste clubs met smalle financiële marges en hebben ze een beperkte winstprognose voor zulke grote investeringen. Zonder publieke subsidies of private partners blijft het moeilijk om aan de groeiende vraag te voldoen.
De druk is niet alleen financieel. Kunstgrasvelden brengen ook ecologische uitdagingen met zich mee. Volgens recente rapporten van het Europees Milieuagentschap hebben de gebruikte materialen vaak een aanzienlijke koolstofvoetafdruk. Bovendien vraagt het onderhoud van deze velden om chemische producten en veel water, een kostbare hulpbron in sommige gebieden. Hoewel initiatieven voor het gebruik van gerecycleerde materialen en waterhergebruik in opmars zijn, verhogen deze “groene” oplossingen de initiële kosten aanzienlijk. Door dit financieringsgat stellen clubs hun uitbreidingsplannen uit of schrappen ze zelfs, wat het sportieve niveau en de toegankelijkheid van hockey in gevaar brengt.
Gedeelde infrastructuur als mogelijke oplossing?
In dit kader onderzoekt België innovatieve oplossingen om middelen en ruimte optimaal te benutten. Het idee van gedeelde multisportcentra, waar meerdere clubs een complex delen, wint terrein. Deze centra zouden verschillende sporten kunnen huisvesten en kosten voor infrastructuur en onderhoud spreiden. Dit zou niet alleen de druk op elke individuele club verminderen, maar ook een polyvalente ruimte creëren die de lokale gemeenschappen ten goede komt. Pilootprojecten lopen al in verschillende Brusselse en Vlaamse gemeenten, en de interesse groeit. Stedenbouwkundigen en sportexperts zijn van mening dat dit model tegemoet zou kunnen komen aan de groeiende vraag naar hockey en tegelijkertijd naadloos zou passen in de stedelijke omgeving.
Toch is deze oplossing niet eenvoudig. Het vereist samenwerking tussen verschillende betrokkenen: gemeenten, clubs, federaties en privé-investeerders. Daarnaast zijn sporters vaak sterk gehecht aan hun lokale clubs en faciliteiten, waardoor niet zeker is dat iedereen bereid is om infrastructuur te delen. Verschillende trainingsschema’s en niveauverschillen tussen teams kunnen extra uitdagingen vormen.
Om nieuwe generaties enthousiast te blijven maken voor hockey en tegelijk rekening te houden met de stedelijke en ecologische beperkingen van het land, moet het Belgische hockey een duurzaam groeimodel vinden. Clubs worden uitgenodigd om hun uitbreidingsstrategieën te herzien en prioriteit te geven aan samenwerkingen en ecologische innovaties. Als gedeelde sportcentra aan populariteit winnen, kan dit een haalbare oplossing worden voor de toekomst van Belgisch hockey. Dit zou de dynamiek kunnen behouden en de toegankelijkheid tot de sport garanderen, zonder het milieu of de lokale financiën te belasten. Een complexe kwestie, maar voor een hockeyland als België is het een cruciale vraag
Comments