Jill Boon, editie 2.7 !
- Loïc
- 14 apr
- 4 minuten om te lezen
Jill Boon, net als andere grootheden uit het Belgische hockey, heeft de zondagen met matchen nog lang niet afgezworen. Alleen beleeft ze die vandaag dubbel: met noppen aan of in training, op het veld of op de bank. Terwijl haar spelerscarrière op zijn einde loopt, stort ze zich ook vol overgave op het coachen. Want doorgeven wat je zelf allemaal van het hockey gekregen hebt, dat is geen keuze. Dat is vanzelfsprekend. Ze vertelde ons hoe ze passie, overdracht en een strak georganiseerde planning combineert.

Hockey is niet voor eeuwig. Op een dag wegen de trainingen, de matchen elk weekend, de seizoenen die in elkaar overvloeien… Het begint allemaal door te wegen. En dan is het moment daar om aan ‘daarna’ te denken. Aan al die vrije tijd die je nooit gehad hebt.
Maar als je alles gegeven hebt aan een sport, jaar na jaar, dan voelt stoppen bijna beangstigend aan.
Sommigen trekken die deur dan ook nooit helemaal dicht. Omdat zij zóveel aan het hockey gegeven hebben… en het hockey hen evenveel heeft teruggegeven.
Nog altijd actief in de Eredivisie, zien we steeds vaker spelers én speelsters die zich in het weekend verdubbelen: op het veld voor hun eigen ploeg… en op de bank van een andere, met een whiteboard en Velleda-stift in de hand.
Jill Boon, Thomas Briels, John-John Dohmen. Drie namen, drie legendes, drie iconische kapiteins. Ze droegen allemaal de aanvoerdersband, beleefden de glorietijden van het Belgische hockey en zagen het land uit de schaduw in het volle licht stappen. En ze besloten alledrie om ook langs de lijn een rol op te nemen – zonder hun stick meteen aan de haak te hangen.
Jill Boon stapte in het project van Royal Léopold als T2 naast Thomas Van Den Balck, ter ondersteuning van Maxime Bertrand, midden in een seizoen waarin het team zichzelf opnieuw moest uitvinden.
Thomas Briels engageerde zich als T3 bij de Red Panthers, en is ook T2 bij de dames van Leuven.
John-John Dohmen, nog steeds speler bij Orée, werd aangekondigd als hoofdcoach van het Franse mannenteam.
Zij hebben mee gebouwd aan wat de huidige generatie als vanzelfsprekend beschouwt. En nu hun carrière stilaan op zijn einde loopt, is kennis doorgeven geen optie. Het is een must.

We hadden woensdag een babbel met Jill. Hier lees je hoe zij haar dubbele (of zelfs driedubbele) leven combineert: speelster bij Racing, staflid bij de heren van Léo, en medeoprichtster van Sport2Be.
Hoe combineer je dat: kapitein zijn bij Racing en tegelijk T2 bij de mannen van Léo? Hoe hou je alle ballen in de lucht zonder motivatie of energie te verliezen?
"Alles draait om organisatie", zegt ze. Dit jaar kreeg ze de kans om in te stappen bij de staf van Léo voor de tweede seizoenshelft. En dat paste mooi in haar trainingsschema. Op dinsdag volgen de trainingen elkaar gewoon op: eerst Racing, dan Léo, zonder gedoe. Op vrijdag trainen de heren van Léo in de namiddag – ook geen probleem dus. Zondag wordt het wat sportiever, dan ligt de prioriteit bij de dames van Racing. Althans, dit seizoen."
Volgend jaar stopt ze, na meer dan twintig jaar Eredivisie, waarvan de laatste zeven bij Racing. Op haar 38ste zet ze een punt achter haar spelerscarrière. En kijkt ze vooruit naar haar coachrol – voor de volle 100%.
Je zou denken dat dit een zachte overgang is, een manier om het einde voor te bereiden. Maar Jill ziet dat anders.
"Ik zou perfect kunnen doorgaan met de twee. Het vraagt veel tijd, veel avonden op het veld. Mensen begrijpen soms niet dat ik op mijn leeftijd op zaterdag niet kan uitgaan omdat ik zondag een match heb. Zondagen gaan aan duizend per uur. Maar uiteindelijk is het de passie die wint – en het plezier. En dat plezier, dat zit in het hockey."
Het werd meteen duidelijk dat de kans om in te stappen bij Léo, halverwege het seizoen, met Max Bertrand, perfect getimed was. Maar haar beslissing om te stoppen met spelen, staat los van haar coachingrol.
"Ik wou niet die ene seizoen te veel spelen. Het begint zwaar te wegen op de organisatie. Je hebt meer herstel nodig, altijd meer. Ik wil graag afsluiten met een goed seizoen. Ik speel nog altijd alles, ik kan nog altijd 65 minuten aan. Maar het is tijd, denk ik. Tijd om mooi te eindigen."

Alles lijkt in de plooi te vallen. Maar het is geen rekensom, geen strategie. Het is een verslaving. En als we die verslaving aan het topsportritme ter sprake brengen, corrigeert Jill meteen:
"De verslaving, dat is vooral het plezier dat ik eruit haal."
Die kans bij Léo, het feit dat ze haar broer mag coachen en haar carrière mooi kan afronden, dàt is waar het plezier zit.
Overdragen is trouwens niets nieuws voor haar. Toen ze bij het eerste team van Racing kwam, was er al die wil om jong talent te begeleiden. Een jonge, veelbelovende kern begon toen net in de Eredivisie. Aan Jill en enkele ervaren speelsters werd gevraagd om dat team te leiden, als speelsters. Als het over coaching gaat, erkent ze dat het een andere job is. En dat stoppen met spelen niet makkelijk is. Dat is en blijft wat ze het liefste doet. Maar ze betrapt zichzelf erop dat ze als coach ook enorm veel plezier vindt – misschien wel evenveel.
In een wereld waar carrières eindigen en de spotlights uiteindelijk altijd elders gaan schijnen, is Jill Boon iemand die het veld niet verlaat, maar er op een andere manier dichter bij blijft. Niet uit nostalgie, niet voor erkenning, maar omdat het nog altijd zinvol is. En leuk.
En als het Belgische hockey nog zoveel mooie verhalen te vertellen heeft, dan is het misschien ook omdat zij die het groot hebben gemaakt, nooit echt stoppen met ervan te houden. Ze doen het gewoon anders.
Comments