top of page

U19… en dan? De dreiging van een drop-out

Foto van schrijver: gauthier gauthier

Hockey in België trekt veel jongeren aan die vaak al vanaf hun jeugd in de juniorencompetities spelen. Maar aan de drempel van de volwassenheid – waar studies, ambities en leeftijdsverschillen hun intrede doen in de kleedkamers – worden de plaatsen schaars. Terwijl de federatie probeert te innoveren, laten steeds meer jongeren het veld links liggen. Van de U19 naar de volwassen ploegen: een veeleisend en beperkt parcours.

Al enkele jaren beleeft het hockey in België een ware opmars, waarbij een nieuwe generatie jonge spelers zich aangetrokken voelt tot de sport. Velen beginnen als kind bij clubs die draaien op de inzet van toegewijde vrijwilligers en krijgen tot de U19 een stevige en leerrijke begeleiding. Maar hier neemt de sport aan intensiteit toe: veel gemotiveerde spelers hopen de sprong te maken naar de volwassen ploegen, en voor de meest getalenteerden lonkt zelfs een plaats in het eerste team, of anders in de reserveploeg van de Open League.


Maar die doorgroei is niet zonder uitdagingen. In tegenstelling tot de jeugdcompetities, waar leeftijd automatisch zorgt voor een constante doorstroming, bestaat er bij de volwassen ploegen geen "houdbaarheidsdatum". Een speler die eenmaal in het team zit, kan er vele jaren blijven, soms wel een decennium. Dit gebrek aan roulatie beperkt de kansen voor jongeren aanzienlijk en maakt de overgang ingewikkeld en vaak ontmoedigend.


De generatiekloof: tussen studies, feestjes en volwassen verplichtingen

Naast het tekort aan plekken speelt ook de botsing van prioriteiten een rol. Bij het begin van hun hogere studies, met colleges, blokperiodes en studentenavonden, vinden jonge volwassenen het lastig om hun studies te combineren met een vast competitieprogramma. In de kleedkamer zitten ze plots naast dertigers die al stevig verankerd zijn in hun professionele en persoonlijke leven, vaak met een gezin. Deze verschillende levensfases creëren een uitgesproken generatiekloof, vooral in de damesploegen, die moeilijk te overbruggen is.


Door deze onverenigbare levensstijlen en ambities haken sommige jongeren af. Zoals een vader van een jonge speler verklaart, zijn zijn zoon en enkele van zijn teamgenoten uiteindelijk gestopt omdat ze zichzelf niet zagen spelen naast dertigers in de Fun League, bij gebrek aan plaatsen in de Open League. Dit fenomeen staat niet op zichzelf: het drop-outpercentage – oftewel het percentage jongeren dat het hockey opgeeft – is een van de hoogste in het Belgische sportlandschap.


Oplossingen geprobeerd, maar zonder succes

Nochtans zijn er oplossingen overwogen. De Belgische hockeyfederatie, zich bewust van dit probleem, heeft enkele pistes onderzocht om deze jongeren te behouden. Ze overwoog de oprichting van nieuwe competities zoals een "College League" of de U23- en U25-divisies. Deze initiatieven zouden jonge volwassenen een plek bieden in teams die beter aansluiten bij hun levensstijl. Maar vorig jaar werden deze voorstellen door de meerderheid van de clubs afgewezen, ondanks het duidelijke enthousiasme van sommigen voor deze alternatieven.


Vandaag zou de steun van ouders doorslaggevend kunnen zijn om de jongeren op het veld te houden. Mogelijk werden de voorstellen van de federatie niet goed gecommuniceerd naar de ouders, waardoor de clubs minder openstonden voor de alternatieven. Een College League of een U23-categorie zou een omgeving kunnen creëren waarin jonge volwassenen waarden en een levensstijl delen, en zo de kans krijgen hun avontuur verder te zetten in optimale omstandigheden.


De jonge hockeyspelers van morgen verdienen een team dat aansluit bij hun ambities en levensstijl. Samen kunnen ouders, clubs en de federatie een oplossing vinden, zodat toekomstige Belgische talenten blijven schitteren en de volgende generatie inspireren.

0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page