top of page

Een weekend zoals geen ander op WatDucks.

Foto van schrijver: FredFred

Aan het einde van het hockeyseizoen vindt bij de Watducks de inmiddels traditionele Coco Challenge plaats. Weer een toernooi, hoor ik je denken. Ja en nee. Ten eerste is het een toernooi uitsluitend voor de leden van de club en ten tweede draagt het de naam, of beter gezegd de bijnaam, van Michel “Coco” De Saedeleer. Op het eerste gezicht niets bijzonders, en is het zelfs de moeite waard om erover te praten? Bij de redactie van Backstick hoefden we daar niet lang over na te denken; we zagen het als een kans om een verhaal te vertellen. Het verhaal van een man, een familie en waarden die de schoonheid van ons sport belichamen.


 “De kunst en kunde om je stempel te drukken op je omgeving en tijdperk…”


De kunst en kunde om je stempel te drukken op je omgeving en tijdperk is zeker niet voor iedereen weggelegd, maar het wordt misschien doorgegeven. Paul De Saedeleer begon in de vroege jaren vijftig met zijn inzet voor hockey bij Uccle Sport.

Visionair als hij was, begreep hij al snel dat als hockey en zijn club zich wilden ontwikkelen, er actie nodig was. Maar wat moest er gebeuren? Ten eerste de kwaliteit van de velden verbeteren en daarna de trainingen. Hij werd de drijvende kracht achter beide punten. Uccle Sport ging van twee naar vijf velden en structureerde als eerste de jeugdtrainingen, waardoor er een echte jeugdacademie ontstond. Het werd zo de grootste club qua ledenaantal. Na Expo ’58 slaagde hij er zelfs in om verlichtingspalen te bemachtigen om een veld te verlichten, waardoor nachtelijke trainingen en wedstrijden mogelijk werden.


” Da's indrukwekkend”


Met dit vaderlijke voorbeeld groeide Michel op en werd hij een bekende speler. De achternaam had hij al, dus het was aan hem om een voornaam voor zichzelf te maken, of op zijn minst een bijnaam. Coco De Saedeleer, dat klinkt goed en blijft makkelijk hangen. En om de aandacht te trekken, nam hij geen halve maatregelen: uiteraard het eerste team van Uccle Sport, zes Belgische kampioenstitels, 53 selecties voor het nationale team, de Olympische Spelen van 1972 in München, en een Gouden Stick (slechts één keer mogelijk in die tijd) in datzelfde jaar. Kortom, in spreektaal zou je zeggen: "Dat is indrukwekkend."


“Het ontstaan van de Watducks in 1988. Michel was de drijvende kracht.”


Dat klopt, maar daar stopt het niet. Nadat hij Uccle verliet om zich in Lasne te vestigen, sloot hij zich aan bij de Ducks, een club waar de leden aanwezig waren, maar de infrastructuur een probleem vormde voor de toekomst. En voor Michel was de toekomst een belangrijk onderwerp. Toen de Waterloo club, die wel ruimte had maar nauwelijks spelers, de Ducks ontmoette, was de oplossing duidelijk. De krachten bundelen en een nieuwe club creëren. Dit werd, samen met anderen zoals Jean-Jacques Luyckx en René Mertens, de nieuwe uitdaging. In 1988 werd de Watducks geboren. Michel was de drijvende kracht. Hij gaf onvoorwaardelijk en hechtte veel waarde aan fairplay en het menselijke aspect.

Hij heeft zich ingezet en zijn stempel gedrukt op de “Wat” zoals weinig anderen dat hebben gedaan. Altijd vooruitkijkend, heeft hij ervoor gezorgd dat deze jonge club van zijn ervaring kon profiteren en in een indrukwekkend tempo kon groeien. Actief bij de KBHB als uitvoerend directeur, ontwikkelde hij samen met Alain Geens, Patrick Serruys en Jacques Van den Balck wat de toekomst van het Belgische hockey zou worden: jeugdontwikkeling. Deze mannen creëerden de structuur voor scouting en opleiding van jonge spelers om de competitie naar nieuwe hoogtes te tillen.


 “Drie kampioensbroers, …”


Als verantwoordelijke voor evenementen bij het BOIC gedurende elf jaar, vond de onvermoeibare Coco ook tijd voor zichzelf en stichtte hij een gezin. Drie kinderen, drie zonen: François, Thibault en Alexandre. Drie hockeyspelers natuurlijk, die niets beters wisten dan ook bij de Wat te spelen. Ondanks het leeftijdsverschil van zeven jaar tussen de oudste en jongste, slaagden de drie De Saedeleers erin om samen in de Eredivisie te spelen, wat al niet vaak voorkomt. En alsof dat nog niet genoeg was, kroonden ze zich in 2006 ook nog eens tot Belgisch kampioen. Drie kampioensbroers die samen spelen, het is een mooi beeld en ongetwijfeld een prachtig herinnering. Bewust of niet, na hun carrière hebben ze zich net als Coco ingezet voor de Wat. De jeugdacademie lijkt in goede handen te zijn.

Hier is dus de derde generatie die de fakkel overneemt, terwijl de vierde al op de velden rondhuppelt met een stick in de hand. Zo begrijpen we beter waarom de Coco Challenge zo’n belangrijk toernooi is. Een toernooi voor de leden, waar de teams gemengd worden om andere leden te leren kennen en om gezelligheid als essentieel element van de club te bevorderen.


“Hockey is ook een menselijke ervaring…”


Wanneer resultaten, die uiteraard belangrijk zijn, soms de sport zelf overschaduwen, is het fijn om te weten dat met dergelijke evenementen kan worden herinnerd dat hockey ook een menselijke ervaring is, vol ontmoetingen, plezier en sportiviteit. En als daarbij de herinnering aan een man, echtgenoot en vader die te vroeg is heengegaan wordt vereeuwigd, iemand die zoveel heeft gegeven voor zijn club, dan is de boodschap perfect, de cirkel rond, en geeft de club een beetje terug van wat het heeft ontvangen.



0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page