Wie zorgt er voor de sinaasappels?
- GRGT
- 10 sep 2024
- 2 minuten om te lezen
Deze traditie herinnert ons eraan dat we op zaterdagochtend lekker op het hockeyveld staan, met onze maten, dat er nog een rustpauze komt en dat onze stick weldra weer aan onze handen zal kleven.

Het is vandaag moeilijk om een hockeyer te vinden die zich nog herinnert aan de tijd dat er geen sinaasappels werden uitgedeeld tijdens de rust. Deze gewoonte ontstond na de Tweede Wereldoorlog, aangeprezen om haar energieke voordelen (vitamines, suikers) en hydraterende werking, en werd snel een vaste pauzesnack bij sportievelingen, en dus ook bij hockeyspelers. Fruit werd groots gepromoot met reclameslogans zoals āan apple a day, keeps the doctor away,ā en de sinaasappel deed vrolijk mee. De ontdekking van vitamine C, de hoge concentratie ervan in citrusvruchten en de gezondheidsvoordelen, vanaf de jaren dertig, katapulteerde deze vrucht naar de status van superfood.
Voor hockeyers die al op jonge leeftijd begonnen zijn, bestaat er geen betere proustiaanse terugblik dan het kwartje sinaasappel dat ons werd aangeboden, of beter gezegd, opgedrongen, tijdens de rust.
En het meest verrassende? Deze herinnering is zelden gekoppeld aan stralend weer. Nee, eerder aan een druilerige oktober zaterdag, motregen en een poloshirt dat aan je rug plakt, het fluitsignaal van de rust en nog een halve wedstrijd te gaan.
We verzamelen. Bart maakt een grapje over onze mislukte pass, en die ene "ik-wil-graag-aanvoerder-zijn" roept weer āhĆ©, gasten!ā, want hij luistert natuurlijk wĆ©l naar de coach. We vormen een kring, en staan lekker tegen elkaar aan. Het is tenslotte een contactsport. Ondertussen trappen we tegen onze sticks met schoenen die zeiknat zijn van een veld dat toenmalig liever droog had willen blijven.
De coach zegt dingen die we al weten. Fred maakt weer een grap, zoals altijd, en we lachen allemaal. Iemand heeft zich even afgezonderd en een bal gevonden. Stiekem doen we een stap naar achteren om die bal van hem af te pakken, waarom zou hij zich amuseren terwijl wij onderworpen worden aan de preek?
De coach kan amper āHallo, luistert er nog iemand naar me?ā roepen, of daar komt de witte tupperware met sinaasappel kwartjes de kring binnendringen. We weten niet eens meer wanneer we voor het eerst die tupperware zagen, of het moment waarop we dachten āserieus, moeten we die echt opeten?ā
De uitleg van de coach is voorbij. Zestien kinderen knielen, met scheenbeschermers die veel te groot zijn, zodat ze langer meegaan, en storten zich op deze zuurmakers.
Het smaakt trouwens niet hetzelfde als je ze niet op de gebruikelijke manier eet: met volle tanden in het partje bijten, elkaar dat geweldige sinaasappellachje toewerpen, terwijl we onze ogen op de coach en de ouders richten.
Zelden rijp en zoet, meestal veel te zuur, onze samengeknepen ogen verraden wat onze glimlach verbergt: we hebben honger en dorst tegelijk. En dan is er nog Stijn, die er altijd een tweede neemt. En Pat, die zijn partje helemaal opeet, zo grondig dat je je afvraagt of hij zelfs de schil nog gaat opeten.
We gooien de restjes dan in het kleine bosje naast het veld. En krijgen op onze donder, dus moeten we ze weer gaan oprapen en terug in de tupperware doenā¦
Fluitsignaal. De match gaat verder. Saved by the bell. Ach ja, sinaasappelschillen zijn toch biologisch afbreekbaar, niet?
ComentƔrios